Portretten van Marins en Peter op een oranje achtergrond met blauwe accenten
2 September 2025

“Collega’s zijn gemotiveerd om niet alles nieuw te kopen”

Rotterdam streeft naar circulair assetmanagement: minder en betere materialen in de openbare ruimte langer en opnieuw gebruiken. Zodat we minder nieuwe materialen hoeven in te kopen, met alle klimaatimpact van dien. Geen gemakkelijke opgave, want het vergt van assetmanagers een flinke omslag in de manier van denken en doen. Maar onder andere in de assetgroepen ‘openbare verlichting’ en ‘wegen’ wordt al hard aan de (circulaire) weg getimmerd. Zo heeft Rotterdam als eerste stad in Nederland een reparatiestraat voor verlichtingsarmaturen.

 

“We waren altijd gewend om lichtmasten, dus stalen lantaarnpalen, standaard na veertig jaar te vervangen voor nieuwe”, vertelt Peter Wijnands, assetmanager Openbare verlichting. “En de armaturen die erin zitten na twintig jaar. Of ze nou nog goed waren of niet – dat was het beleid. Tot afgelopen jaar. Toen hebben we bij de aannemer een zogenoemde reparatiestraat ingericht, om kapotte armaturen te repareren of hergebruiken. Een flinke stap op weg naar circulair assetmanagement.”

 

Boerenverstand

Ook wanneer assetmanager Wegen & Spelen Marins Hettinga terugblikt, gaat het over ‘nieuw’ als standaard. “Voorheen werd er ook wel hergebruikt materiaal toegepast, maar dat ging meer op boerenverstand. Dan merkte bijvoorbeeld iemand op dat bepaalde tegels nog best goed waren en werden die elders opnieuw gebruikt. Maar het werd niet gemonitord en het gebeurde vooral op kleine schaal. Inmiddels gaan onze beheerders met ontwerpende collega’s in gesprek over hoe we minder, of in elk geval hergebruikt materiaal kunnen gebruiken. En hoe we meer vergroening in plaats van verharding kunnen toepassen, en materialen met minder impact. Betonstraatstenen hebben bijvoorbeeld minder impact dan gebakken klinkers, en al helemaal minder dan natuursteen. Maar dat moet je wel weten. Daarom is het belangrijk om op onderzoek uit te gaan.”

 

Wat mag circulariteit kosten?

Kennis speelt een centrale rol in de omslag naar circulair, merkt ook Peter. “Veel mensen willen weten of repareren niet duurder is dan nieuwe armaturen kopen. Een logische vraag, want de armaturen voor alle lantaarnpalen in Rotterdam worden aanbesteed en de kosten daarvoor zijn relatief laag.” Nu de reparatiestraat in gebruik is, zijn Peter en zijn collega’s aan het berekenen wat het kost om armaturen daar te laten repareren. “Tegelijkertijd hebben we wel gewoon te maken met de circulariteitsdoelen van de gemeente. De werkelijke vraag is eigenlijk: mag circulariteit iets extra’s kosten, terwijl het winst oplevert voor de aarde?” Marins vult aan: “Willen we onze omgeving een beetje leefbaar houden, dan moeten we echt anders met grondstoffen omgaan. Dat begint met jezelf de vraag stellen: als het nog goed is, waarom zou je het dan weggooien?”

 

Willen is iets anders dan doen

Binnen de clusters die zich met de buitenruimte bezighouden – Stadsontwikkeling en Stadsbeheer – is het idee dat het anders moet wel geland, merkt Marins. “Iedereen wil; collega’s zijn gemotiveerd om niet steeds maar nieuwe materialen te kopen.” Maar anders met materialen willen omgaan is één ding, het in de praktijk brengen is een tweede. Wat wegen betreft ziet Marins twee zaken die dat nog belemmeren. “Er is in Rotterdam nog geen depot waarin we materialen kunnen opslaan. Vaak komen

er op de ene plek straatstenen vrij, die we pas een tijdje later op een andere plek kunnen hergebruiken. In die tussentijd moeten we ze ergens kunnen bewaren.” Op de Appeldijk in Reyeroord is wel een klein depot, waar onder meer geleerd wordt hoe een depot beheerd kan worden. Wat is bijvoorbeeld de beste manier om tegels te ‘pakketteren’, zodat ze daarna weer goed hergebruikt kunnen worden? “Maar zolang er geen groot depot is, kunnen we de échte transitie naar circulair niet maken.”

 

Hergebruikte stenen mooi mixen

Iets anders wat circulair assetmanagement van wegen nog in de weg zit, is het imago van hergebruikte materialen. “Sommige ontwerpers zijn bang dat hergebruik ten koste gaat van de uitstraling van een weg, straat of plein”, legt Marins uit. “Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. In een straat in Reyeroord, de Wateroord, hebben ontwerpers gekeken hoe ze verschillende kleuren hergebruikte straatstenen zo konden mixen, dat het weer een mooie, rustige uitstraling kreeg. Door overal dezelfde verhouding toe te passen, ziet het er netjes uit.” Zo wil Marins ook in gesprek met haar collega’s van Stadsontwikkeling over het gebruik van natuursteen. “Dat blijkt superveel milieu-impact te hebben. Bij Stadsbeheer gebruiken we dit daarom bij voorkeur niet meer. Maar Stadsontwikkeling wil het soms nog wel toepassen, vanwege de mooie uitstraling – op de Coolsingel liggen bijvoorbeeld natuurstenen tegels. Mooi zijn ze zeker, maar we moeten die afweging beter maken en dus het gesprek erover aangaan.”

 

Trots op Rotterdam als koploper

Peter beaamt dat het niet altijd makkelijk is om te kiezen voor circulair. “Je moet intrinsiek gemotiveerd zijn om dit goed te doen. Er zijn genoeg andere dingen waaraan je je tijd kunt besteden. Maar ik vind het belangrijk, dus ik ga ook naar landelijke overleggen over duurzaamheidsvraagstukken. Dat is geen verplichting, maar als grote stad heb je meer mogelijkheden om dingen uit te proberen, dus ik voel me verantwoordelijk. Kleinere gemeenten kunnen meeliften op de ontwikkelingen.” In een van de werkgroepen heeft Peter met een aantal grote steden en een normeringsinstantie de Bedrijfsrichtlijn Repareren Armaturen opgesteld. “Daarin staat hoe je ervoor zorgt dat armaturen beter en gemakkelijker repareerbaar zijn. En hoe je dit verwoordt in bestekken, zodat leveranciers hier beter over gaan nadenken. We kijken ook naar refurbishment van armaturen: een deel moet echt weg, maar een deel kun je met innovatieve technieken ombouwen naar ‘nieuw’.” Het geeft Peter voldoening om bij de overleggen te kunnen vertellen dat Rotterdam dit al in de praktijk brengt met de reparatiestraat. “Wij zijn de eerste stad in Nederland die dit doet. Daar ben ik trots op.”

 

Ken de context

Marins tip aan andere assetmanagers is ten slotte: laat onderzoek doen. “Zorg dat je beter inzicht krijgt in je eigen context: wat ligt er in de stad, wat wil je de komende jaren vervangen en wat is de impact van die materialen? Daardoor weet je waarop je moet focussen. Het maakt ook de discussie makkelijker. Vaak wordt over hergebruik gezegd: ‘maar als we helemaal ergens heen moeten rijden om hergebruikte materialen op te halen, stoten we toch juíst veel uit?’ Dan helpt het om te weten dat veruit de grootste impact zit in de winning van grondstoffen en in het productieproces.”

Nog meer voorbeelden van circulair assetmanagement in Rotterdam

Naast lantaarnpalen en wegen onderhouden we ook steeds meer andere ‘assets’ in de stad op een circulaire manier. Enkele voorbeelden zijn:

 

Speelplekken

· Waar voorheen vaak een hele speelplaats werd bedekt met een ‘valondergrond’, bijvoorbeeld rubber of zand, doen we dat nu veel gerichter. Een valondergrond is namelijk alleen verplicht onder speeltoestellen met een bepaalde hoogte. De rest van de ondergrond in een speeltuin laten we voortaan gewoon zoals die is, of bedekken we met gras. Dat scheelt veel materiaal.

 

· Waar een valondergrond wél verplicht is, gebruiken we nu zogenoemde keuzehulpen voor het bepalen van het materiaal voor de ondergrond. Die keuzehulpen zijn gemaakt op basis van de milieu-impact van de verschillende typen ondergrond. Hiermee kiezen ontwerpers bewuster voor een bepaald materiaal: dat kan nog steeds een materiaal met een hoge milieu-impact zijn, maar dan is dat vanwege andere voordelen (bijvoorbeeld de ‘speelwaarde’ en natuurlijke uitstraling van zand).

 

Bruggen

· We hebben in Rotterdam verschillende ‘bruggenfamilies’: standaardontwerpen voor fiets- en voetgangersbruggetjes die je op verschillende plekken in de stad terugziet. In het kader van circulariteit zijn er levenscyclusanalyses gedaan voor deze bruggenfamilies. Op basis daarvan worden de ontwerpen van de bruggenfamilies herzien: soms worden er materialen weggelaten, of andere materialen gebruikt die circulair zijn of een lage milieu-impact hebben.

 

Groen

· Tot voor kort werden bomen in de stad standaard aan alle kanten op dezelfde manier gesnoeid. Dit willen we binnenkort anders gaan doen. Want waarom zou je de boom aan alle kanten snoeien als eigenlijk alleen wat overhangende takken over een weg storend zijn? Minder snoeien kost minder energie en is beter voor de biodiversiteit. Het heeft wel een esthetische consequentie: de boom is niet meer symmetrisch. Maar dat is een kwestie van wennen.

 

· Voorheen werd het hout van gekapte bomen in de stad grotendeels versnipperd. Maar dat is eigenlijk zonde. Het is duurzamer om het vrijkomende hout een nieuwe toepassing te geven. Dat gebeurt nu, samen met ketenpartners zoals Buurman en groenaannemer GKB: zij maken er onder meer boompalen en meubilair van.

 

· Het bladafval van bomen op Rotterdamse begraafplaatsen wordt niet weggegooid, maar ingezameld om er bokashi van te maken. Dat is een bodemverbeteraar die we weer elders in de stad gebruiken. In de toekomst willen we ook andere ‘organische stromen’ op begraafplaatsen, zoals maaisel en kroos, inzamelen en lokaal verwerken.

Delen via

Meld je aan voor de Rotterdam Circulair Nieuwsbrief

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
logo port of rotterdam
logo provincie zuid-holland
Logo DCMR Milieudienst Rijnmond
logo blue city
Gemeente Rotterdam logo