Een groep stadsmakers aan de slag tijdens het congres
26 November 2025

Lef nodig voor omslag naar circulair bouwen: moed moét

Een beetje veranderen, het nét iets anders doen dan je gewend bent, een leuk project opzetten –  dat lukt vaak wel. Maar meegaan in een radicale omslag naar een nieuw systeem, dat is andere koek. Rotterdam staat aan de vooravond van zo’n omslag in de bouw. Om de klimaatdoelen te behalen, zullen we op een heel andere manier moeten ontwerpen, bouwen en wonen. Daarvoor is een systeem- en cultuurverandering nodig waarin iedereen mee moet. Met moed – zo leerden we tijdens het Stadmakerscongres dat werd georganiseerd door het Architectuur Instituur Rotterdam. Gelukkig is Rotterdam bij uitstek een stad met lef.

Klimaatverandering stelt ook Rotterdam voor grote uitdagingen. Onze CO2-uitstoot zal drastisch omlaag moeten en de bouwsector speelt daar een grote rol in. Duurzaam en circulair bouwen gloren als oplossingen aan de horizon. Maar om die in de praktijk te brengen, is een systeemverandering nodig. Want duurzaam en circulair bouwen gaat niet alleen over technische innovaties, maar ook over anders denken en doen. Dat geldt voor iedereen: van ontwerpers tot ontwikkelaars, van financiers tot materiaalproducenten en van vastgoedeigenaren tot bewoners. Zij waren dan ook vertegenwoordigd in het ‘atelier’ Duurzaam Voortbouwen, tijdens het Stadmakerscongres op 14 november in Theater Rotterdam. En spraken over gewaagde doelen, tegen de stroom in durven gaan en vier soorten moed.

 

Moedige mensen nodig

Ateliermeesters Hanneke van der Heijden, strategisch adviseur Circulaire Economie bij de gemeente Rotterdam, en Jip Pijs, creatief strateeg en adviseur stedelijke transities bij Kickstad, leidden de sessie. Hanneke vertelt: “We willen de deelnemers laten discussiëren over de moed die nodig is voor deze transitie. Want het is nogal wat. Als we écht duurzaam willen bouwen, dan moeten alle betrokkenen veel meer integraal samenwerken. Ontwikkelaars, architecten, uitvoerders en wellicht zelfs toekomstige bewoners zitten dan vanaf het begin met elkaar om tafel om te kijken hoe er met minder en milieuvriendelijker materiaal gebouwd kan worden. En wat er met het gebouw gebeurt als het aan het einde van zijn levensduur is. Maar wie neemt hierin het initiatief? Hoe komen we tot dit soort integrale samenwerkingen, als niemand zich er verantwoordelijk voor voelt? Daar heb je dus moedige mensen voor nodig, die naar voren durven te stappen.”

Hard werken om circulair bouwen op de agenda te houden

Hanneke werkt al jaren aan de transitie naar een circulaire economie, met veel energie. Maar soms maakt ze zich zorgen. “Dat vind ik best spannend om te zeggen, want het liefst zijn we allemaal positief. In ons atelier Duurzaam Voortbouwen vind je dan ook volop gepassioneerde, bevlogen mensen met veel expertise. Maar soms lijkt het alsof de transitie vooral aan hén hangt. Dan nemen andere krachten – zoals geldzaken – de overhand en is het hard werken om circulair bouwen op de agenda te houden.” 

 

Vier soorten moed

Hanneke en Jip onderscheiden vier soorten moed die hierbij van pas kunnen komen: morele moed – opkomen voor anderen zonder stem; creatieve moed – anders durven denken en doen; sociale moed – je kwetsbaar opstellen in een groep; en fysieke moed – de grenzen van je lichaam opzoeken. “Een transitie zoals de systeemverandering naar een duurzame bouweconomie vraag sowieso offers en risico’s van de betrokken partijen. Dat is spannend; niemand weet precies hoe de nieuwe situatie eruit gaat zien. Om toch vooruit te komen, kun je jezelf de vraag stellen: welke stap voorwaarts kan ík daarin zetten?” ‘Moed is het met elkaar durven hebben over het onvoorstelbare’, klonk het uit de zaal. En: ‘Beginnen is moedig, maar stoppen ook’.

 

M4H als gedurfde proeftuin voor circulaire economie

Gelukkig zijn er in Rotterdam al heel wat voorbeelden van mensen die moedige stappen zetten. 

Neem het gebied Merwe-Vierhavens (M4H), de kraamkamer, proeftuin én etalage voor de circulaire economie. Sophie Duran is als adviseur Duurzaam bouwen van de gemeente Rotterdam betrokken bij de gebiedsontwikkeling. “In M4H worden bij uitstek moedige keuzes gemaakt. Die zijn verankerd in acht leidende principes. Eén ervan is ‘M4H waardeert reststromen’. Die hebben we in een tender voor drie woontorens vertaald in een bepaald percentage circulair. Architecten reageerden met: ‘oké, maar dan hebben we een op- en overslagplek nodig voor gebruikte materialen.’ Daar hadden ze een punt. Die plek was er nog niet, dus zijn we maar samen met de gebiedsmanager gaan rondvragen en zoeken in het gebied. Dat is kenmerkend voor M4H: gewoon gaan doen. We weten hier van alles het begin, maar van niks het einde.”

 

Gemeente toont lef met Sloopoogst

Een ander voorbeeld van een gewaagd project is Sloopoogst. Een initiatief in Carnisse, waar een aantal panden wordt gesloopt. Buurtbewoners mochten onderdelen uit deze panden halen om ze te hergebruiken, bijvoorbeeld in hun eigen woning. Gouwe (KL)ouwe bedacht het evenement, samen met de gemeente en woningcorporatie Woonbron. Eerst organiseerden ze een kijkdag, waar zo’n honderd buurtbewoners op afkwamen. Ter plekke konden zij aangeven welke onderdelen uit de slooppanden ze graag wilden hebben. Twee weken later volgde de Sloopoogst, waarbij mensen hun deur, keukenblok of glas-in-loodraam konden ophalen. 

 

Evelyne Hofman, adviseur duurzaam slopen bij Gouwe (KL)ouwe vertelt: “In dit project zit de moed niet bij de bewoners, die hadden er gewoon zin in. Nee, de gemeente, díe toonde lef. Zij liet bewoners hun gang gaan, terwijl ze – terecht of niet – voelde dat er risico’s aan zaten. Bijvoorbeeld dat mensen de materialen niet zouden herplaatsen, maar toch gewoon weer aan de straat zouden zetten. Om dat te voorkomen, bepaalden we dat mensen hun ‘oogst’ zelf moesten komen demonteren. Met het idee: als ze er moeite voor moeten doen, zullen ze het minder snel afdanken. Zo hebben we een deel van het risico voor de gemeente weg kunnen halen.”

 

Spannend kantelpunt

Dat is een van de conclusies in het atelier: het helpt om medestanders te zoeken met wie je gezamenlijk een gewogen risico neemt. Hanneke: “Als een vangnet onder de ‘afgrond’ die een transitie soms lijkt. Elke transitie kent een kantelpunt: het moment waarop je niet meer anders kunt dan het oude loslaten en een stap richting het nieuwe zetten, zonder precies te weten hoe dat eruitziet. Spannend! Dan gaat het erom de moed in jezelf aan te spreken en samen door dat ongemak van niet-weten heen te gaan, naar nieuwe vormen van bouwen, ontwikkelen en samenwerken.” 

 

Het mag ook mislukken

Tot slot komt Maarten Meijer aan het woord, die acht jaar geleden een circulaire én sociale hub in de Tarwewijk begon. Er is onder meer een doorgeefwinkel, repaircafé en werkplaats waar van straat geredde meubels opgeknapt worden. Het is bovendien een vertrouwde plek voor bewoners om een praatje te maken. De hub kwam er niet zonder slag of stoot; onder andere de financiering ervan was lastig. Maarten geeft als les mee: “Moedig zijn betekent niet dat je succesvol moet zijn. Het mag ook mislukken. Jammer is wel: als iets lukt krijg je applaus, als het misgaat ben je ‘naïef’. Onzin! Het gaat erom dat je van de bank af komt – terwijl dat niet per se hoeft – en iets gaat doen voor de maatschappij. Dát is moed tonen.”

Delen via

Meld je aan voor de Rotterdam Circulair Nieuwsbrief

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
logo port of rotterdam
logo provincie zuid-holland
Logo DCMR Milieudienst Rijnmond
logo blue city
Gemeente Rotterdam logo