Martijn van der Mark is beleidsadviseur bij de afdeling Cultuur. Met zijn achtergrond in de creatieve industrie richt hij zich vooral op het faciliteren van cultureel (mode)ontwerpers in de stad. “Die zijn niet per se winstgedreven, maar houden zich vooral bezig met maatschappelijke trends. Niet alles wat zij ontwerpen wordt gedragen; het is vooral een representatie van een idee.” Ondanks zijn focus op het artistieke aspect van mode, begrijpt Martijn dat er ook een andere kant aan de kledingindustrie zit. “Het is een globaal systeem, dat inmiddels aardig verziekt is: kleding wordt regelmatig gemaakt door kinderen, met chemisch materiaal, het wordt vervuilend vervoerd en de meeste klanten hebben er weinig waardering voor. Als gemeente hebben we een rol in het veranderen van dat systeem.”
Samenwerking Cultuur en Circulair was nieuw
De afdeling Cultuur heeft daarom vorig jaar een onderzoek laten doen naar de mode- en textielsector in Rotterdam. Een van de twaalf aanbevelingen die daaruit naar voren kwamen, was: zoek intern de samenwerking op. Dus plaatste Martijn een oproep op intranet: ‘wie heeft er interesse in de resultaten van het onderzoek en wil meedenken over het verduurzamen en versterken van de lokale mode- en textielketen in Rotterdam?’ Niet zonder gevolg: “Voor ik het wist zat ik met twintig collega’s om tafel! Van Economie, Welzijn, Circulair. Circulair was nieuw voor ons, terwijl zij een van de schakels blijken te zijn die dichtbij ons ligt: zij hebben verstand van inzamelen, sorteren en hergebruik én kennen veel innovatieve circulaire ondernemers. Dat is heel relevant voor ons netwerk van lokale makers”.
Sustainable Fashion Week maakt samenwerking concreet
Na de kennismaking spraken de teams van Cultuur en Circulair de ambitie uit om te gaan samenwerken aan een sterke en duurzame lokale modeketen. Serife Dikbas, projectleider Consumptiegedrag bij de transitieagenda Consumptiewaar(de) binnen Rotterdam Circulair: “Wij willen duurzame mode niet alleen positioneren als ecologische noodzaak, maar vanuit een holistisch perspectief. Het is óók een kans op culturele zelfexpressie en het kan de lokale gemeenschap versterken. Martijn en ik delen deze visie, dat werkt prettig.” De samenwerking tussen beide teams werd vorig jaar meteen concreet, met de Dutch Sustainable Fashion Week: een landelijke week vol evenementen rond duurzaamheid in de textielindustrie. “Dat ging toen een beetje last minute”, bekennen Serife en Martijn. Van die eerste editie leerden ze dat ze onder andere in plaats van talks en lezingen, meer workshops en shows moeten organiseren. “We hebben dit jaar gekozen voor een open call”, vertelt Serife. “Iedereen die iets met duurzame mode doet, mocht zich melden. Dus zowel op het vlak van vakmanschap, bewuster consumeren, als creatieve of culturele initiatieven.”
Etalage van goede voorbeelden
Martijn en Serife waren verrast door de hoeveelheid goede ideeën die op de open call af kwamen. “We konden niet kiezen! Daarom hebben we sommige dingen met elkaar gecombineerd, zodat we voor nagenoeg iedereen budget hebben kunnen regelen.” Daarbij keken ze welke initiatieven bij Cultuur passen en welke meer bij Circulair; die verdeling was vrij evenwichtig. Er staat een mooi programma klaar met allerlei workshops, modeshows en tentoonstellingen. Volgens Martijn ligt de kracht van de DSFW in het zichtbaar maken van wat er allemaal gebeurt op het gebied van duurzame, lokale mode. “Veel innovaties op dat vlak worden uitgevonden door ‘nerds’, achter gesloten deuren. De DSFW maakt die initiatieven zichtbaar, het is open en bloot. De DSFW is een etalage van goede voorbeelden: kleding verven met natuurlijke verf, een bruidsjurk upgraden met borduurwerk. En dan niet tijdens een saaie cursus, maar Maison M’Elise gaat dit laatste doen tijdens een concert in De Doelen. Hoe gaaf!”
Culturele tradities blijken pijlers van circulaire economie
Serife en Martijn zijn beiden te spreken over de samenwerking tussen hun teams. Ze zien veel raakvlakken, maar ook duidelijke verschillen. Martijn: “Ik werk bij een beleidsafdeling. Feitelijk ‘bedienen’ wij de wethouder: als die niks zegt over duurzaamheid bijvoorbeeld, dan zouden we daar in theorie ook niets mee hoeven doen. Het sterke aan Circulair vind ik dat het is opgezet als programma, met heldere doelstellingen. De mensen in het team toetsen hun inzet daar continu aan. Dat maakt hen heel doelgericht.” Serife heeft dankzij de samenwerking onder meer ontdekt hoe waardevol het is om beide netwerken bij elkaar te brengen. En nog iets anders: dat verhalen en culturele tradities onderdeel zijn van de transitie naar een circulaire economie. “Mensen zijn gevoelig voor ‘voorouderschap’: hoe deden we het vroeger? Toen stond het ambacht veel meer centraal – iets wat we in ere willen herstellen. En de samenleving was minder individualistisch en meer gericht op de community. Er werd veel geruild, geleend en gedeeld. Niet geheel toevallig belangrijke pijlers van een circulaire economie.”
Het belang van een gemeenschappelijke taal
Martijn en Serife ontdekten nog iets waardevols: de invloed van taal. Martijn: “Circulair wil, net als wij, het brede publiek informeren en inspireren over duurzame mode. Al ben ik erachter gekomen dat zij daar andere woorden voor gebruiken. Waar Circulair het bijvoorbeeld heeft over ‘consumentenbewustzijn’, noemen wij dat ‘een breed publiek bereiken’. Maar we bedoelen hetzelfde! Ik kan me voorstellen dat dit ook bij andere afdelingen gebeurt, wanneer zij bijvoorbeeld stukken lezen van elkaar, of alleen kortstondig contact hebben. In de snelheid vraag je dan niet wat specifieke woorden betekenen. Pas in een samenwerking heb je de tijd om elkaar écht te horen. Zo ontwikkel je een gemeenschappelijke taal.” Voor Serife is het nieuw om te werken met creatieven. Lachend: “Dat is echt een ander slag dan de mensen met wie wij doorgaans werken. Ze hebben bijvoorbeeld andere werktijden, een andere manier van contact leggen. Dat is soms uitdagend, maar vooral leuk.”
Meer interne samenwerkingspartners gezocht
Tot slot doen Serife en Martijn een oproep aan andere afdelingen. “We zouden rondom de DSFW graag meer integraal willen samenwerken met afdelingen zoals Stadpromotie en Onderwijs. Stadpromotie kan bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen in het genereren van de juiste publieke aandacht: het maakt nogal uit of we reuring creëren rond de opening van een nieuwe vestiging van een fast fashion-keten, óf van een nieuw circulair kledingatelier.” Met de afdeling Economie werken beiden al nauw samen, maar ze zien kansen om die samenwerking specifiek rondom de DSFW te versterken. “Samenwerken met andere afdelingen maakt onze boodschap alleen maar sterker.”